Steven Kamperman
residency periode november 2022 – februari 2023
Interview door Friso Wijnen
Klarinettist en componist Steven Kamperman is momenteel resident in het Van Doesburghuis. ‘Mijn enthousiasme voor deze residency is zo groot dat ik moet oppassen om niet een te lange brief te gaan schrijven..’. Zo begon Steven Kamperman zijn aanvraag bij het Fonds voor de Podiumkunsten. De musicus uit Vleuten verblijft sinds eind oktober in het Van Doesburghuis.
Wie is Steven Kamperman?
‘Ik ben begonnen als jazzklarinettist met een sterke interesse voor wereldmuziek. In de loop der tijd ben ik steeds meer gaan componeren. Dat was nog wel worstelen in het begin, ik heb het componeren met vallen en opstaan geleerd. Theo Loevendie drukte me op het hart om geen 12-toons componist te worden. Dan loopt het publiek bij je weg, meende Theo. Ik probeer mezelf steeds weer voor een uitdaging te stellen, componeren mag geen invuloefening worden. Als je mij een tango laat schrijven, dan klinkt dat niet als een tango van Astor Piazzolla, maar als een tango van Steven.’
Hoe klinkt dat, typisch Steven Kamperman?
Steven lacht en daarna serieus: ‘Ik heb een sterk gevoel van wat ik fijne klanken vind en wat niet en ik begeef me graag op het grensgebied van structuur en intuïtie.’
Vanwaar je interesse voor een residency in het Van Doesburghuis?
‘Ik heb veel met Frankrijk en Parijs. Gedurende een jaar of tien had ik een Franse vriendin en ik spreek de taal. Bovendien voel ik een connectie met de Franse jazz, waar van oudsher minder Amerika en meer volksmuziek en Messiaen doorheen klinkt. Veel Franse jazzmusici hadden in het verleden geen jazzopleiding maar een klassieke opleiding genoten. Er wordt in Frankrijk stevig geïmproviseerd, maar bijna altijd met een melodische inslag. Een andere reden waarom ik graag deze residency wilde, is dat ik het huis prachtig vind.
Voel je verwantschap met Theo van Doesburg?
Jazeker. Het conceptuele en tegelijk speelse van Theo van Doesburg inspireert me. En mijn manier van componeren sluit denk ik goed aan bij het ondogmatische dat Theo van Doesburg toch ook typeerde. Wat me verder in Theo aanspreekt, is zijn veelzijdigheid. Die behoefte herken ik heel erg. Zo ben ik zeven jaar geleden begonnen met drummen, hou ik van schrijven, maak ik mijn eigen opnames en experimenteer ik graag met video. Ik voel mee in het enthousiasme van Theo om steeds weer iets nieuws op te pakken. Tegelijk ben ik naar mijn idee milder dan de oorspronkelijke bewoner van dit huis. Die mannen van De Stijl namen zichzelf wel heel serieus en gingen graag de strijd aan. Het heeft iets aantrekkelijks dat harde oordelen, dat compromisloze, maar zelf geloof ik niet dat de wereld zo in elkaar steekt, zo zwart-wit is.
Wat heeft de residency tot dusver voor je betekend?
Wat ik me hier in Meudon heb gerealiseerd, is dat intuïtie en structuur niet automatisch tegenpolen hoeven te zijn, dat ze wel degelijk samen kunnen gaan. Een heuse ontdekking die een nieuwe wereld voor me opent. Ik heb hier veel kunnen schrijven en componeren zonder meteen aan een doelgroep of publiek te hoeven denken. Die vrijheid was heerlijk en ik ben hier enorm productief geweest. In vier maanden heb ik even veel gedaan als ik in Nederland in een jaar voor elkaar zou hebben gekregen. Sommige dagen was het hier in huis een drukte van jewelste een speelde ik met diverse Franse en Nederlandse musici. Op andere dagen sprak ik alleen met de bakker om de hoek om een baguette te bestellen en koesterde ik me de rest van de dag in vrijwillige afzondering. Ik werk nu aan een solostuk met opnames voor verschillende klarinetten. En ik heb een suite van het huis gemaakt. Beide worden een album.
Wat moet ik me bij een suite van het huis voorstellen?
In deze nieuwe compositie maak ik letterlijk een ronde door het huis. Ik begin bij de entree naar de bibliotheek, dan via de muziekkamer naar het atelier, verder naar de keuken en door naar het ketelhok. Ook in die laatste twee ruimtes hebben we composities opgenomen. Hilarisch was het samenspel met drie andere musici in het ketelhok, een donkere, krappe ruimte waarin het geluid onverbiddelijk terugkaatste en waarin ik mijn drumstel maar nauwelijks kwijt kon. Tussen de verschillende ruimtes in heb ik aparte composities gemaakt over personen en bewegingen die voor Theo van belang zijn geweest, over zijn vrouw Nelly natuurlijk, maar ook over Piet Mondriaan, dada en Bauhaus.
Wat neem je dadelijk mee terug naar Nederland?
Een gevoel van vrijheid en een herinnering aan een geweldig huis. Toen ik hier een maand of vier geleden arriveerde, dacht ik vaak naar het centrum van Parijs te zullen gaan. Met het openbaar vervoer of met de fiets ben je er per slot van rekening zo. Uiteindelijk ben ik steeds minder in Parijs geweest. Meer en meer dacht ik, die stad blijft er voorlopig wel, maar het voorrecht om in dit huis te mogen wonen en werken is eindig. De komende weken speel ik hier nog met Franse musici en ik blijf componeren en opnemen. Aan het einde van de maand keer ik vol inspiratie en nieuwe ideeën terug naar Vleuten.
Klik hier voor meer informatie over Steven Kamperman en een blog over zijn verblijf in het Van Doesburg. De residency van Steven Kamperman werd mogelijk gemaakt door het Fonds Podiumkunsten.
Foto’s: Jean-Michel Bale ©