Sytske Frederika van Koeveringe
residency periode mei – juni 2023
Interview door Berend Sommer
Sytske Frederika van Koeveringe is beeldend kunstenaar en schrijver. Ze verbleef van 7 mei tot 24 juni als artist en writer in residence in het Van Doesburghuis. Tijdens haar verblijf schilderde ze drie doeken, schreef ze een brief aan Nelly en werkte ze aan haar roman die dit najaar verschijnt. Het interview vond na terugkomst naar Nederland plaats.
Was het niet wat kort, een verblijf van zeven weken?
Het voelde eigenlijk best wel lang, want ik was helemaal afgeschermd van afleidingen die ik normaal gesproken heb. Ik was helemaal los van mijn dagelijks ritme in Amsterdam. Van Meudon naar het centrum van Parijs is bijna drie kwartier reizen, dus je bent behoorlijk op jezelf aangewezen. Dat was best wennen. Gelukkig had ik wel bezoek, dat had ik goed uitgesmeerd over de hele periode.
Ik heb ook echt doorgebeukt wat werken betreft: ik kwam hier naartoe met het idee om te gaan schrijven, maar dat liep al snel anders. Kennelijk gebeurt dat hier vaker. Aanvankelijk wilde ik meerdere vrouwen spreken die werken in verschillende disciplines, een beetje zoals Theo van Doesburg en zoals ikzelf. Ik wilde die gesprekken uitschrijven, maar toen ik hier aankwam, wist ik al: het loopt waarschijnlijk anders. Ik ben vrij snel begonnen met schilderen.
Wat voor werk heb je gemaakt?
Ik heb drie grote doeken geschilderd, van dansende vrouwen die opgaan in hun omgeving. Ze zijn geïnspireerd op Nelly van Doesburg. Uit bewondering voor haar, heb ik Nelly ook een brief geschreven. Ze was pianist, schilder en ze danste, maar is hiermee gestopt toen Theo van Doesburg overleed. Zonde eigenlijk, want daarna is ze alleen maar bezig geweest met zijn nalatenschap.
Hoe vond je het om in het Van Doesburghuis te wonen?
Ik was erg onder de indruk van het huis, omdat het zo groot en grijs is. Vooral de eerste drie dagen waren lastig, maar daarna kwam ik op gang: ik kon me goed in mijn kunst verliezen dankzij het huis. Ik had altijd al bewondering voor Theo van Doesburg: door zijn stijl en door de enorme hoeveelheid disciplines die hij beheerste. Hij trok zich niets aan van de meningen van anderen.
Van vrienden die op bezoek kwamen, hoorde ik dat ze het leuk vonden om me aan het werk te zien. Vaak gingen zij op stap en bleef ik thuis om door te werken. Ze zeiden dat ik er tijdens het schilderen uitzag alsof het eruit moest. Zo voel ik het ook: voor mij is het een noodzaak om me te uiten. De discipline verandert alleen: de ene keer voelt het beter om te schrijven en de andere keer komt schilderen beter uit.
Hoe kijk je terug op je verblijf?
Ik ben nog een beetje wazig, want ik ben echt gesloopt. Het voelt nog niet echt alsof ik terug ben in Nederland. Fysiek ben ik erg moe door het schilderen; want die doeken zijn groot geworden. En mentaal heeft het schrijven me afgemat, maar ik ben blij met wat ik allemaal heb gemaakt. Het Van Doesburghuis heeft ook goed geholpen om mezelf serieus te nemen als kunstenaar en als schrijver.